Binnenrijm van bloed : autobiografische roman
Binnenrijm van bloed : autobiografische roman
Details
293 p. : ill.
Besprekingen
De Volkskrant
Als niets meer tussen hen werkte, als tussen moeder en dochter wederzijds begrip nauwelijks nog mogelijk leek, was er altijd de poëzie nog. In Antjie Krogs nieuwe en naar het zich laat aanzien laatste boek Binnenrijm van bloed is het de poëzie die de band tussen moeder en dochter vormt. In al het andere, in hun manier van leven, in hun politieke houding, staan ze diametraal tegenover elkaar.
De een tot in haar vezels racistisch, de ander een onvermoeibare voorvechter van gelijkheid. Hoe zo'n bij vlagen weerzinwekkende moeder toch ook de bewondering van haar dochter wist te wekken, dat is waar deze schitterende roman over gaat. 'God', verzucht de dochter op enig moment, 'wat kan die vrouw schrijven!'
Die vrouw, dat was Dot Serfontein, de Zuid-Afrikaanse schrijver van verhalen en essays. En dus moeder van niet alleen Antjie, maar nog vier andere kinderen. Vanaf zo'n beetje de openingspagina krijgen we de indruk dat deze vrouw het haar kinderen niet altijd even makkelijk heeft gemaakt, al laat Krog de andere gezinsleden die lastige waarheid soms uit de weg gaan.
Zij doet dat op een slimme, indrukwekkende manier: herinneringen, gespreksverslagen, dagboekfragmenten, literaire citaten, gedichten, foto's en rapportages van verpleegkundigen worden met elkaar verweven tot een verhaal over de aftakeling van een moeder én het uiteenvallen van een geschiedenis die rond de familieboerderij was geconstrueerd. Lyrisch is Krog vooral wanneer ze over het Zuid-Afrikaanse landschap schrijft. Dan maakt de nuchtere blik plaats voor een zangerige beschrijving van de gronden, luchten en planten.
Met zo'n documentaire-constructie wekt Binnenrijm van bloed de indruk een objectieve, harde blik op de moeder van Krog te werpen. Maar natuurlijk is niets hier objectief. Dit zijn zorgvuldig uitgesneden perspectieven op het leven van en daarmee ook op de afstand tussen moeder en dochter. Het objectiefst zijn misschien nog wel de rapportages van de verpleegkundige, een heldere chronologie van ontlasting (van zacht naar hard naar brokkelig); een onderwerp dat, om de ontbinding te onderstrepen, sowieso een erg ruime plek in dit boek krijgt toebedeeld.
Schrijven is het artistieke medium dat meer dan bijvoorbeeld fotografie of beeldende kunst de reflectie altijd al in zich draagt. Wie zich vastlegt in beeld, kan dat doen door de eigen geschiedenis te vermijden. Maar over jezelf schrijven betekent onvermijdelijk ook over degenen schrijven die je hebben grootgebracht. Of omgekeerd, wie over de eigen ouders schrijft, kan niet om zichzelf heen. Dat is het binnenrijm uit de titel van Krogs 'autobiografische roman'.
Binnenrijm is het weerklinken van dezelfde klanken binnen één regel. Als die regel niet talig maar van bloed is, gaat het dus over de gelijkheden binnen een bloedlijn. Zorgvuldig tast Krog de gelijkenissen met haar moeder af. Binnenrijm van bloed mag dan als een fictionele autobiografie worden gepresenteerd, het is eerst en vooral een even hard als liefdevol (en waarom zouden die twee eigenschappen niet samengaan?) portret van haar moeder.
Door het eigen leven én dat van haar moeder te beschrijven omvat Binnenrijm van bloed zo'n beetje een hele eeuw Zuid-Afrikaanse geschiedenis. En die geschiedenis is dan ook alom aanwezig, maar nooit krijgt die de overhand op het persoonlijke verhaal. Dat is wat dit boek zo mooi maakt: de levens van moeder en dochter zijn door en door politiek gevormd, en toch draait het daar in dit geval niet om. Althans niet direct. Dit is een boek over een moeilijk gevoel - noem het liefde - van moeder voor dochter en van dochter voor moeder.
Dat er ondanks de onverenigbaarheid van deze levens toch iets van tederheid bestond tussen de twee, wordt niet zozeer duidelijk uit langere passages waarin zorgen worden geuit. Moeder lijkt zich plichtmatig over de kinderen te hebben ontfermd, zoals de kinderen dat deels op hun manier deden over moeder tegen het einde van haar leven. Nee, de tederheid flitst op in kleine momenten, soms bijna tussen de regels door.
Op het moment, bijvoorbeeld, waarop Krog zich realiseert wat voor geweldige schrijver haar moeder was. Of wanneer ze beseffen dat ze niet verder komen in een gesprek en dan steevast dichtregels aanhalen, waardoor ze merken dat ze elkaar begrijpen. En op het moment waarop haar moeder beseft het in alles met haar dochter oneens te zijn, maar wel voor haar opkomt omdat het haar dochter is.
Ik ken schrijvers die hun hele leven boeken over de moeilijkste onderwerpen hebben geschreven, over de dood of over zelfmoord, maar dat ene onderwerp altijd hebben uitgesteld: de eigen ouders.
Op de een of andere manier meent menig schrijver dat het laatste boek dat over de eigen opvoeders moet zijn. Ook bij Krog, voor wie moeder-dochterrelaties overigens altijd een grote rol hebben gespeeld, lijkt dit het geval. Die indruk krijgen we althans als zij zich in haar dankwoord richt tot haar levensgezel: 'Dank je John, voor je geduld al die jaren. Mijn schrijversleven is voorbij. We kunnen dus eindelijk beginnen aan een schrijfloos bestaan en een onbeschreven leven.'
Is dit het laatste boek van Antjie Krog? Misschien dat ook hier iets van het binnenrijm met haar moeder klinkt. Want nog maar enkele pagina's eerder heeft Krog haar de volgende wijsheid horen zeggen: 'Een mens is nooit tevreden met wat hij heeft geschreven. Het leven zit vol onbenutte kansen, maar ik ben goddank opgehouden met schrijven voordat ik uitgeschreven raakte. Dat is het grote geheim - ophouden, want het ongeschrevene wapent je tegen de dood.' Al wat zij niet meer zal schrijven, maakt haar sterker. En, zo moeten we toevoegen, ons een beetje armer.
FICTIE
Antjie Krog
Binnenrijm van bloed
De Arbeiderspers; 256 pagina's; € 24,99.